De gebruiker heeft wettelijk het recht op een veilig product.

Productveiligheid voor de consument van jouw product is breder geregeld dan je zou denken. Dit staat in de EU General Product Safety Directive (GPSD):

Businesses should only sell products which are safe, and inform consumers of any risks associated with the products they supply.

Zie: https://commission.europa.eu/content/general-product-safety-directive_en

Dit houdt in dat de kleding moet voldoen aan de veiligheidsrichtlijnen, maar ook dat de verkopende partij verantwoordelijk is en dus aansprakelijk gesteld ka worden voor onveilige kleding, zelfs als het voldoet aan overige richtlijnen.

Voorbeelden van schade zijn: allergische reactie door schadelijke chemicaliën in de stof, verstikking doorlosgelaten print, verwonding door scherpe metalen onderdelen, brandwonden door licht ontvlambare kleding en verstikking door niet voldoende vastgezette knopen of andere onderdelen zoals zirconium-steentjes (Swarovski).

De meeste risico’s en (strengste) regels bestaan vanzelfsprekend voor baby- en kinderkleding, zoals de koordjes en slecht bevestigde onderdelen.

Maar er zijn voldoende veiligheidsregels die ook voor volwassenen gelden, zoals voor brandbaarheid en chemische substanties.

Testschema chemicaliën VF Corporation

Voor de beroepskleding, vooral de persoonlijke beschermende middelen (PBM of ‘personal protective equipment’ – PPE) , gelden natuurlijk ook bijzondere regels en risico’s.

Wat kun je eraan doen:
A. zorg dat productontwikkeling en toeleveringsketen voldoende geïnformeerd zijn (wetgeving, besluiten, convenanten, veelvoorkomende problemen, aandachtsgebieden)
B. adequate procescontrole in de productontwikkeling
C. controle van de productie
E. ken de product-specifieke risico’s (zoals risico formaldehyde bij kreukvrij-finishes)
F. test eens (lijkt duur, maar kan vaak selectief en voorkomt veel ellende).